Doordrongen
1Samuël 16:8-13. Hoe raak jij doordrongen van de geest van de Heer? 8 Toen riep Isaï Abinadab en stelde hem aan Samuël voor, maar die zei: ‘Ook hem heeft de HEER niet gekozen.’ 9 Isaï stelde Samma voor, maar weer zei Samuël: ‘Ook hem heeft de HEER niet gekozen.’ 10 Zo stelde Isaï zijn zeven zonen aan Samuël voor, maar telkens zei Samuël dat dit niet degene was die de HEER gekozen had. 11 ‘Zijn dit alle zonen die u heeft?’ vroeg hij. ‘Nee, ‘antwoordde Isaï, ‘de jongste is er niet bij, die hoedt de schapen en de geiten.’ Toen zei Samuël tegen Isaï: ‘Laat hem hier komen. We beginnen niet aan de maaltijd voordat hij er is.’ 12 Isaï liet hem halen. Het was een knappe jongen met rossig haar en sprekende ogen. En de HEER zei: ‘Hem moet je zalven. Hij is het.’ 13 Samuël nam de hoorn met olie en zalfde hem te midden van zijn broers. Van toen af aan was David doordrongen van de geest van de HEER. Daarna vertrok Samuël weer naar Rama.