Tafel
Psalmen 26:1-5. Met wie zit jij aan tafel? 1 Van David. Doe mij recht, HEER, want zonder dwalen ben ik mijn weg gegaan, op u, HEER, heb ik vertrouwd, ik wankelde niet. 2 Doorgrond mij, HEER, en ken mij, peil mijn hart en mijn nieren, 3 want uw liefde staat mij voor ogen en ik bewandel de weg van uw waarheid. 4 Met bedriegers zit ik niet aan, met huichelaars ga ik niet om, 5 ik haat de kring van slechte mensen, met wettelozen wil ik niet aan tafel. U nodigt mij aan tafel.