Deut 27:11-26. Met de zegen weten we als christenen van het nieuwe verbond doorgaans wel raad, maar hoe zit het nu precies met de vloek? 11 Daarna gaf Mozes het volk deze aanwijzingen: 12 ‘Wanneer u de Jordaan bent overgestoken, moeten de stammen Simeon, Levi, Juda, Issachar, Jozef en Benjamin zich op de Gerizim opstellen en daar de zegen uitspreken. 13 Op de Ebal moeten zich de stammen Ruben, Gad, Aser, Zebulon, Dan en Naftali opstellen om de vloek uit te spreken. 14 Verder moeten de Levitische priesters alle IsraĆ«lieten luid en duidelijk het volgende toeroepen: 15 “Vervloekt is eenieder die een godenbeeld maakt en het op een geheime plaats bewaart; in de ogen van de HEER is het een gruwelijk maaksel van mensenhanden.” En heel het volk moet antwoorden: “Amen.” 16 “Vervloekt is eenieder die geen eerbied heeft voor zijn vader en moeder.” Dan antwoordt heel het volk: “Amen.” 17 “Vervloekt is eenieder die de grensstenen van een ander verplaatst.” Dan antwoordt heel het volk: “Amen.” 18 “V...
Genesis 43:26-34. Waar schiet Jezus zijn gemoed van vol en wat doet dat met jou? Toen Jozef thuiskwam, droegen ze het geschenk naar binnen, boden het hem aan en bogen zich voor hem neer. Hij vroeg hun hoe ze het maakten en zei: ‘Is alles goed met jullie oude vader, over wie jullie me hebben verteld? Leeft hij nog?’ Ze antwoordden: ‘Jazeker, uw dienaar, onze vader, leeft nog en hij maakt het goed.’ En weer bogen ze zich diep voor hem neer. Toen zag hij zijn broer Benjamin staan, de zoon van zijn eigen moeder, en vroeg: ‘Is dat jullie jongste broer, over wie jullie me hebben verteld?’ En hij vervolgde: ‘God zij je genadig, mijn zoon.’ Toen haastte hij zich weg, want bij het zien van zijn broer schoot zijn gemoed vol, hij voelde dat hij zijn tranen niet kon bedwingen. Hij ging een kamer binnen en daar huilde hij. Daarna waste hij zijn gezicht, kwam de kamer weer uit, vermande zich en gaf opdracht de maaltijd op te dienen. Men diende apart op voor hem, voor de broers en voor de Egyptenaren...
Jozua 22:1-9. God dienen met hart en ziel, hoe doe je dat? 1 Jozua liet de stammen Ruben en Gad en de eerste helft van de stam Manasse bij zich komen. 2 Hij zei tegen hen: ‘U hebt alles gedaan wat Mozes, de dienaar van de HEER, u heeft opgedragen en u bent ook mij in alles gehoorzaam geweest. 3 U hebt uw broeders al die jaren nooit in de steek gelaten, maar de opdracht die de HEER, uw God, u gegeven heeft getrouw uitgevoerd, tot op de dag van vandaag. 4 Nu heeft hij uw broeders vrede gegeven, zoals hij hun heeft beloofd. Ga daarom terug naar uw eigen woonplaatsen, ga naar uw eigen gebied dat Mozes, de dienaar van de HEER, u heeft toegewezen ten oosten van de Jordaan. 5 Maar houd u altijd aan de geboden die hij u in zijn onderricht gegeven heeft: heb de HEER, uw God, lief en volg de weg die hij u wijst, leef zijn geboden na, wees hem toegedaan en dien hem met hart en ziel.' 6 Hierna zegende Jozua hen en nam afscheid, waarna ze huiswaarts gingen. 7 (Aan de eerste helft van Manasse ha...
Reacties
Een reactie posten