Vader
1Kronieken 3:10-24. Waaraan merk je dat God jouw Vader is?
10 Salomo was de vader van Rechabeam, die de vader was van Abia, de vader van Asa, de vader van Josafat, 11 de vader van Joram, de vader van Achazja, de vader van Joas, 12 de vader van Amasja, de vader van Azarja, de vader van Jotam, 13 de vader van Achaz, de vader van Hizkia, de vader van Manasse, 14 de vader van Amon, de vader van Josia. 15 Zonen van Josia: Jochanan, de oudste, Jojakim, de tweede, Sedekia, de derde, en Sallum, de vierde. 16 Zonen van Jojakim: Jechonja en Sidkia. 17 De zoon van Jechonja was Assir; diens zonen waren Sealtiël, 18 Malkiram, Pedaja en Senassar, Jekamja, Hosama en Nedabja. 19 Zonen van Pedaja: Zerubbabel en Simi. Zonen van Zerubbabel: Mesullam en Chananja; hun zuster was Selomit. 20 Chasuba, Ohel, Berechja, Chasadja en Jusab–Chesed waren vijf andere zonen van Zerubbabel. 21 Zonen van Chananja: Pelatja en Jesaja. Diens zoon was Refaja, diens zoon was Arnan, diens zoon was Obadja, diens zoon was Sechanja. 22 Sechanja had zes nakomelingen: zijn zoon Semaja en diens zonen Chattus, Jigal, Bariach, Nearja en Safat. 23 Nearja had drie zonen: Eljoënai, Chizkia en Azrikam. 24 Eljoënai had zeven zonen: Hodawja, Eljasib, Pelaja, Akkub, Jochanan, Delaja en Anani.
Uw Vaderhart geeft om mij.
Reacties
Een reactie posten