Wapendrager
1Kronieken 11:26-47. Welke geestelijke wapens draag jij en voor wie?
26 Tot de helden van het leger behoorden verder: Asaël, een broer van Joab; Elchanan, de zoon van Dodo, uit Betlehem; 27 Sammot uit Haror; Cheles uit Pelon; 28 Ira, de zoon van Ikkes, uit Tekoa; Abiëzer uit Anatot; 29 Sibbechai uit Chusa; Ilai uit Achoach; 30 Maharai en Cheled, de zoon van Baäna, beiden uit Netofa; 31 Itai, de zoon van Ribai, uit Gibea in Benjamin; Benaja uit Piraton; 32 Churai uit de wadi’s van Gaäs; Abiël uit de wadi Araba; 33 Azmawet uit Bacharum; Eljachba uit Saälbon; 34 (34–35) Hasem uit Gizon; Jonatan, de zoon van Sage, en Achiam, de zoon van Sachar, beiden uit Harar; Elifal, de zoon van Ur; 35 36 Chefer uit Mechera; Achia uit Pelon; 37 Chesro uit Karmel; Naärai, de zoon van Ezbai; 38 Joël, de broer van Natan; Mibchar, de zoon van Hagri; 39 Selek uit Ammon; Nachrai uit Beërot, de wapendrager van Joab, de zoon van Seruja; 40 Ira en Gareb uit Jeter; 41 de Hethiet Uria; Zabad, de zoon van Achlai; 42 Adina, de zoon van Siza uit de stam Ruben, hij was het hoofd van zijn stam en bracht dertig man mee; 43 Chanan, de zoon van Maächa; Josafat uit Meten; 44 Uzzia uit Astarot; Sama en Jeïel, de zonen van Chotam uit Aroër; 45 Jediaël, de zoon van Simri, en zijn broer Jocha, uit Tis; 46 Eliël uit Machanaïm; Jeribai en Josawja, de zonen van Elnaäm; Jitma uit Moab; 47 Eliël; Obed; en Jaäsiël uit Soba.
Hemelse wapens, klaar voor de strijd.
Reacties
Een reactie posten