Wijsheid en inzicht
2Kronieken 1:1-10. Wat wil jij dat God jou geeft?
1 Salomo, de zoon van David, verstevigde zijn positie als koning. De HEER, zijn God, stond hem ter zijde en maakte hem buitengewoon machtig. 2 Salomo ontbood de vertegenwoordigers van heel Israël: de bevelhebbers over duizend man en die over honderd, de rechters en alle leiders, alle familiehoofden, 3 kortom, de hele gemeenschap van Israël. Samen met hen ging hij naar de offerhoogte van Gibeon. Daar stond de ontmoetingstent van God, die Mozes, de dienaar van de HEER, in de woestijn had gemaakt. 4 De ark van God daarentegen was door David opgehaald uit Kirjat–Jearim en overgebracht naar Jeruzalem, naar de tent die hij ervoor had opgericht. 5 In Gibeon, voor de tent van de HEER, stond ook het bronzen altaar dat Besaleël, de zoon van Uri, de zoon van Chur, gemaakt had. Dat altaar was het doel van hun komst. 6 Op dat bronzen altaar, voor de ontmoetingstent, in de nabijheid van de HEER, offerde Salomo; hij bracht er een brandoffer van wel duizend dieren. 7 Die nacht verscheen God aan Salomo en zei: ‘Wat wil je dat ik je geef?’ 8 Salomo antwoordde: ‘U bent mijn vader David goedgezind geweest en hebt mij als zijn opvolger aangesteld. 9 Laat nu, HEER, mijn God, uw belofte aan mijn vader David bewaarheid worden. U hebt mij aangesteld als koning over een volk dat zo talrijk is als het stof van de aarde, 10 schenk mij daarom wijsheid en inzicht, zodat ik dit volk kan leiden. Want hoe zou ik anders dit grote volk van u kunnen besturen?’
Ware wijsheid is ontzag voor de Heer en inzicht, dat is wijken van het kwaad.
Reacties
Een reactie posten