Troosten
Job 21:27-34. Wie kan jij vandaag troosten met zegenrijke woorden?
27 Ja, ik weet wat jullie denken,
wat jullie tegen mij in de zin hebben.
28 Jullie zeggen: “Waar staat het huis van die edele,
waar heeft die goddeloze zich gevestigd?”
29 Vraag het toch aan de voorbijgangers!
Aan wat zij verklaren zullen jullie toch niet twijfelen?
30 Wie kwaad doet wordt gespaard tot zijn rampzalig eind,
hij zal leven tot die dag van Gods woede.
31 Wie zal hem zijn gedrag openlijk verwijten;
wat hij heeft misdaan–wie zal hem dat vergelden?
32 Met veel eerbetoon draagt men hem ten grave
en men houdt de wacht bij zijn tombe.
33 Zacht rust hij in zijn pas gedolven graf,
tallozen liepen voor zijn baar
en velen volgden deze.
34 Ach, jullie troosten mij met lege woorden,
wat jullie zeggen is niets dan bedrog.’
Wij mogen troosten wie gevangen leeft.
Reacties
Een reactie posten