Trooster
Job 29:18-25. Welke troostende woorden en/of daden heb jij voor de treurenden?
18 En ik zei bij mezelf: Ik zal sterven in mijn nest,
als een feniks zal ik mijn dagen vermenigvuldigen,
19 met mijn wortels gestrekt naar het water
en de dauw van de nacht op mijn takken,
20 met mijn eer die nooit zal verbleken,
de boog in mijn hand steeds weer gespannen.
21 Zij luisterden vol verwachting naar mij,
ze zwegen om te horen wat ik hun zou raden.
22 Wanneer ik had gesproken waren ze stil,
mijn woorden daalden zacht op hen neer.
23 En ze keken naar mij uit als naar de regen,
ze openden hun mond als voor de lentedruppels.
24 Ik lachte hun toe–zij waren verrast,
en deden alles om mij niet te misnoegen.
25 Ik wees hun de weg en nam plaats als hun leider,
zoals een koning bij zijn legers woont,
ik was de trooster van de treurenden.
Troost de treurende ziel en richt de rouwenden op.
Reacties
Een reactie posten