Geweten
Psalmen 36:1-4. Hoe en door wie is/wordt jouw geweten gevormd?
1 Voor de koorleider. Van David, de dienaar van de HEER.
(36:2) De zonde spreekt tot de goddeloze, diep in zijn hart–
angst voor God kent hij niet.
2 (36:3) De zonde sust zijn geweten in slaap–
geen besef van schuld, geen afkeer van het kwaad.
3 (36:4) Hij spreekt woorden van onheil en bedrog
en blijft ver van wat wijs en goed is,
4 (36:5) op zijn bed bedenkt hij verderfelijke plannen,
hij betreedt een verkeerde weg
en het kwade verwerpt hij niet.
Neem mijn houding, mijn motieven, mijn woorden en mijn daden, en ik stel ook mijn verlangens onder de leiding van uw Geest.
Reacties
Een reactie posten