Samenkomt
Psalmen 68:22-31. Wat doen jullie wanneer je als kinderen van God samenkomt?
22 (68:23) De Heer zegt: ‘Ik haal jullie vijanden uit Basan,
ik haal ze uit de diepten van de zee:
23 (68:24) jullie voeten zullen waden in hun bloed,
met hun tong zullen jullie honden ervan likken.’
24 (68:25) Een schouwspel is uw stoet, o God,
de stoet van mijn God, mijn koning, naar zijn heiligdom:
25 (68:26) voorop zangers, daarachter snarenspelers,
omstuwd door meisjes met tamboerijnen.
26 (68:27) Prijs God wanneer u samenkomt,
prijs de HEER, u die aan Israëls bron bent ontsprongen.
27 (68:28) Daar is Benjamin, de jongste, hij opent de rij,
daar zijn de vorsten van Juda, uitbundig bijeen,
de vorsten van Zebulon, de vorsten van Naftali.
28 (68:29) Ontplooi uw macht, o God,
de macht die u, God, ons altijd toonde,
29 (68:30) vanuit uw tempel die boven Jeruzalem oprijst.
Laten koningen u schatting brengen.
30 (68:31) Vaar uit tegen het gedierte in het riet,
die troep stieren, die kalveren van volken.
Vertrap wie zilver begeren,
verstrooi de volken die belust zijn op strijd.
31 (68:32) Laten de gezanten uit Egypte zich aandienen,
de Nubiërs met geschenken zich haasten naar God.
Als wij samenkomen, laat uw liefde stromen.
Reacties
Een reactie posten