Liefhebben
Waar Gods liefde naar uitgaat mag duidelijk zijn:
Deze tekst hangt al een aantal jaar rond deze tijd bij ons aan de muur. Dat is de reden waarom Jezus kwam. Uit liefde voor de wereld.
Daarom vandaag de vraag waar jouw eerste liefde naar uitgaat. De machten van de duisternis willen dolgraag dat die uitgaat naar geld en bezit, omdat dat leegte en lucht is, zoals alle werken van de duisternis leegte en lucht zijn.
Al het geld en bezit wat je verzamelt in je leven levert je niets op voor de eeuwigheid, tenzij je besluit er mee te gaan doen wat de Heer wil dat je er mee doet. ‘Liefde’ en ‘geven’ zijn daarbij centrale woorden, net zoals in Johannes 3:16. Geen liefde voor geld en bezit, maar liefde voor God en vanuit die liefde voor de wereld om je heen en jezelf, zoals het grootste gebod ons leert. Dan kun je veel betekenen in het koninkrijk van God. Misschien is het door God aan jou gegeven rijk te zijn, maar jaag er zelf niet naar, want dan kom je op het spoor van het kwaad en neem je niets van al je rijkdom en bezit mee als het leven op aarde ophoudt.
Lees en overdenk in deze laatste dagen van het oude jaar onderstaande teksten maar en laat de boodschap van het lied je verlangen zijn voor het nieuwe jaar en elke dag van je leven: Steeds weer terug naar de Eerste Liefde!
1Timotheüs 6:10-11, HSV
10 Want geldzucht is een wortel van alle kwaad.
Door daarnaar te verlangen, zijn sommigen afgedwaald van het geloof, en hebben zich met vele smarten doorstoken.
11 U echter, o mens die God toebehoort, ontvlucht deze dingen.
Jaag daarentegengerechtigheid, godsvrucht, geloof, liefde, volharding en zachtmoedigheid na.
Lukas 12:15, HSV
15 En Hij zei tegen hen: Kijk uit en wees op uw hoede voor de hebzucht.
Immers, al heeft iemand overvloed, zijn leven behoort niet tot zijn bezit.
Mattheüs 6:19-20, HSV
19 Verzamel geen schatten voor u op de aarde, waar mot en roest ze verderven, en waar dieven inbreken en stelen;
20 maar verzamel schatten voor u in de hemel, waar geen mot of roest ze verderft, en waar dieven niet inbreken of stelen;
1Timotheüs 6:7, HSV
7 Want wij hebben niets de wereld ingedragen, het is duidelijk dat wij ook niets daaruit kunnen wegdragen.
Mattheüs 22:37-39, HSV
37 Jezus zei tegen hem: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand.
38 Dit is het eerste en het grote gebod. 39 En het tweede, hieraan gelijk, is: U zult uw naaste liefhebben als uzelf.
Reacties
Een reactie posten